Zijn vrijgesteld materialen van uiteenlopende aard, zoals kabels, stro, doek, papier, karton, hout en plastic, die worden gebruikt voor het stuwen en de bescherming — met inbegrip van thermische bescherming — van goederen tijdens het vervoer naar het grondgebied van de Gemeenschap, mits:
a) deze materialen normaliter niet in aanmerking komen om opnieuw te worden gebruikt, en
b) de tegenwaarde ervan deel uitmaakt van de maatstaf van heffing bij invoer als bedoeld in hoofdstuk 4 van titel VIII van Richtlijn 2006/112/EG.